Vrijwilliger op Heidestein wil beleid Utrechts Landschap veranderen: ‘Ramlam ook recht op leven’

ZEIST Floor Bobbink, diergeneeskundige en ‘holistisch paramedisch masseuse’ uit Zeist vindt dat de ramlammeren in de natuurgebieden Bornia en Heidestein recht hebben op een langer leven.

Jeroen van der Schaal

Zij stelt: ,,In die natuurgebieden houdt Utrechts Landschap het Drents Heideschaap in stand. De prijs hiervoor is daarentegen groot. De mannelijke schapen worden namelijk als lam afgevoerd naar de vleesindustrie. Deze zogenoemde ramlammeren hebben een erg kort leven, hooguit een half jaar van de ongeveer 12 jaren die een schaap leven kan.”
,,De vrouwtjes mogen van het Utrechts Landschap wel blijven, maar men is van mening dat de mannetjes voor inteelt kunnen zorgen, en daarom worden zij naar de slacht gestuurd. Maar elk dier verdient een lang en natuurlijk leven. Wat Utrechts Landschap ook kan doen, en wat dierenlevens spaart, is de ramlammeren castreren als zij drie maanden oud zijn en ze terugplaatsen in de kudde, want gecastreerde mannetjes kunnen ook gewoon volwaardig meegrazen. Eventueel kan voor deze dieren een adoptieprogramma gestart worden samen met hobby-schapenhouders, zoals ook gebeurd is in Almere.”

Volgens een woordvoerder van het Utrechts Landschap zetten zij een kudde Drentse Heideschapen in op Bornia en Heidestein om daar de heide open te houden door middel van begrazing. ,,We zijn lid van de Nederlandse Fokkersvereniging Het Drents Heideschaap. Jaarlijks kiezen wij een aantal ooien uit, welke door de vereniging zijn goedgekeurd, om mee te dekken. We beperken het aantal ooien dat wordt gedekt tot het aantal wat nodig is om onze kudde gezond te houden en waar nodig te verjongen. Hiervoor wordt ieder jaar een andere ram uit de kudde van een andere terreinbeherende organisatie gekozen.
Onze ramlammeren worden na vier maanden uit de kudde gehaald om inteelt te voorkomen. Zij gaan naar een andere eigenaar over, die alleen ramlammeren houdt. Daar wordt gekozen of de rammen elders geplaatst kunnen worden dan wel naar de slacht gaan.”

Bobbink ten slotte: ,,Op Heidestein werk ik ruim tien jaar jaar als natuurbeheer vrijwilliger. Vorig jaar lukte het mij bijna om invloed te hebben op het herplaatsen van de ramlammeren op opvangadressen. In het verleden hebben we eenmalig zelf de ramlammeren de leeftijd van 6 maanden naar de slacht gebracht”.