Afbeelding
ANP

Steeds minder mensen spreken een dialect

11 februari 2022 om 15:07

ZEIST De Internationale Dag van de Moedertaal staat voor de deur. Op deze dag is ook extra aandacht voor dialecten. Al worden die in Nederland steeds minder gesproken. “Het Fries en het Limburgs blijven het langst overeind”, verwacht Arjen Versloot, hoogleraar Germaanse taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam.

Elk jaar wordt door de UNESCO op 21 februari de Internationale Dag van de Moedertaal gevierd. Voor de UNESCO zijn talen het instrument om het culturele erfgoed in leven te houden. Daar hoort de moedertaal bij.

Minder dialect

Bij de moedertaal horen de diverse dialecten die ons land rijk is. Maar het aantal mensen dat een dialect spreekt loopt terug. “Na de Tweede Wereldoorlog is men kinderen gaan opvoeden met het idee dat Nederlands spreken de norm is”, zegt taalkundige Marc van Oostendorp. “Kinderen worden dus steeds minder vaak opgevoed met een dialect, waardoor het aantal mensen dat het spreekt ook afneemt.” Dit is onder andere aan de hand in de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland, vertelt Van Oostendorp. “In de Randstad is dit al langer gaande. Al hoor je hier nog wel de accenten die uit het dialect overgebleven zijn.”
Ongeveer een kwart van de Nederlanders van 15 jaar en ouder gebruikt thuis het meest een andere voertaal dan het Nederlands. Dit blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarbij kan het gaan om een dialect, om een erkende streektaal als Fries, Limburgs en Nedersaksisch, of om een andere taal, zoals Engels, Pools of Turks.

In de provincie Utrecht wordt door de 15-plussers, met 91,2 procent, thuis het meest Nederlands gesproken. Een dialect voert in slechts 2,3 procent van de gezinnen de boventoon. In Nederland wordt een dialect door ruim 5 procent van de 15-plussers binnenshuis het meest gesproken.

Dat dialecten steeds meer naar de achtergrond verdwijnen, heeft ook te maken met een misvatting. “Een breed gedragen vooroordeel is dat je voor een goed schoolverloop beter niet met een dialect opgevoed kunt worden. Terwijl een meertalige opvoeding juist voordelig kan zijn”, vertelt Van Oostendorp. Een andere belangrijke oorzaak is de toegenomen mobiliteit. “We zijn steeds minder gebonden aan onze eigen geboorteplaats, verhuizen makkelijker en vinden een partner ergens anders. Het dialect verwaterd dan.”

Kinderen worden minder vaak opgevoed met een dialect

Niet helemaal verwaterd

Toch zijn er ook provincies waar het dialect niet zo snel verwaterd. Hoogleraar Versloot onderzocht de streektalen om erachter te komen hoe vaak die nog worden gebruikt. “Het Fries en het Limburgs blijven het langst overeind”, verwacht Versloot. “Dit zijn erkende streektalen omdat ze zo’n sterke positie hebben. Mensen kiezen er in Friesland en Limburg ook echt voor om het dialect mee te geven aan de volgende generatie.” Hoewel de andere dialecten minder worden gesproken, zullen bepaalde elementen nooit helemaal verdwijnen zegt Versloot. “Mensen blijven bepaalde woorden gebruiken. Zo staat het raam in Twente nog altijd ‘los’ in plaats van open.”

Streektaalconsulent Albert Bartelds geeft in Overijssel onder meer gastlessen over streektaal. Hij ziet dat de interesse voor het dialect daar nog zeker niet verdwenen is. "Mijn gastlessen zijn juist erg aan gaan trekken." Bartelds geeft onder andere les aan studenten in de zorg. "Ouderen kunnen zich prettiger voelen als er in hun dialect wordt gesproken. Het grijpt terug naar vroeger, naar het vertrouwde. Vooral voor mensen met dementie kan dat erg helpen."

Afbeelding