De boer op: Mollen vangen om spuiten te voorkomen
1 februari 2022 om 08:00 AchtergrondZEIST/BUNNIK Melkveehouders zijn het drukst in de zomer, als gras gemaaid, geschud, gewierst en opgehaald moet worden. Andere activiteiten gaan het heel jaar door, zoals melken en afkalveren. Verder heeft iedere maand zijn eigen activiteiten. In januari is het vangen van mollen een belangrijke taak. Wijks Nieuws liep mee met melkveehouder Reynold van der Grift.
door Agnes Corbeij
In Zeist, aan de grens met Bunnik, runt Reynold van der Grift samen met zijn vrouw Eva zijn melkveehouderij met 65 melkkoeien en paardenpension ‘t Hoeveke. Hij zit op de klei van de Kromme Rijn, met een kleine verhoging van zand richting de Heuvelrug. Het is precies dat hoge stuk waar de mol zich prima voelt. ,,Zand is makkelijker graven dan klei natuurlijk.”
De boer op… in januari
Zaaien, oogsten, melken, scheren; we weten ongeveer wat de boer allemaal doet op zijn bedrijf. Maar achter de staldeuren gebeurt er nog veel meer bij de agrariër in de Kromme Rijnstreek. In deze nieuwe serie ‘De boer op…’ gaan we iedere veertien dagen op bezoek bij een van hen om te vragen wat zij deze maand allemaal doen. De aftrap deden we bij fruitteler Ton van den Brink in ‘t Goy. Deze week gaan we mollen vangen met Reynold Van der Grift aan de Bunsinglaan in Zeist, melkveehouder.
Van der Grift is een bekende naam in de regio, dit bedrijf is de derde generatie melkveehouders. Reynold is de jongste van vijf kinderen en is de enige die boer is geworden. Twee adressen verderop zit een neef met dezelfde achternaam met een fruitbedrijf.
RONDJE LOPEN In deze tijd van het jaar loopt Reynold iedere dag een rondje door het land om mollen te vangen. Dat doet hij met mollenklemmen. Mollen graven het hele jaar door, tussen het maaiveld en een diepte van 120 centimeter, op zoek naar wormen en insecten. De molshopen zijn duidelijk zichtbaar. Waar ze dicht bij elkaar zitten, zijn ook de gangen, ook wel ritten genoemd, ertussen te zien en daar zet Reynold de klemmen. ,,Als ik een gang zie lopen, weet ik dat ze er vaak langs komen. Dan kan ik in één gang wel acht mollen vangen.”
Reynold van der Grift loopt iedere dag een rondje om de klemmen te controleren. - Agnes Corbeij
Reynold krijgt steeds vaker vragen over het vangen van mollen. ,,Mensen vinden het zielig en vragen zich af waarom ik dat doe. Ik heb geen hekel aan de mol zelf, maar als ze met veel zijn, levert het gewoon problemen op.” Het belangrijkste probleem is de kwaliteit van de graskuil.
GRASKUIL In de zomer wordt het gras gemaaid, zodat er een voorraad voedsel voor de koeien is voor de winter, als ze op stal staan en het gras buiten niet groeit. Alles wat in het weiland ligt, belandt in de grasvoorraad. Daarom hebben boeren vaak ook grote problemen met al het afval dat door automobilisten en fietsers in de sloot of in het weiland gegooid wordt. Door de molshopen komt er ook grond in de graskuil terecht, waarvan de kwaliteit flink achteruit gaat.
Als er teveel onkruid is, moet ik bovendien gaan spuiten, dat wil ik niet.
Bovendien worden de wortels van gras gesloopt door de mol, waardoor het afsterft. Onkruid krijgt hier vrij spel. Reynold: ,,Dat verlaagt de kwaliteit verder. Als er teveel onkruid is, moet ik bovendien gaan spuiten, dat wil ik niet. Daarom voorkom ik het liever, door het teveel aan mollen te vangen.”
NESTJES MAKEN Januari is hét moment om dit te doen, als het niet vriest, ook al zijn mollen het hele jaar actief. ,,Als het vriest kom je de grond niet in. Als het warmer wordt, gaan ze nestjes maken. Dus als je te laat bent, zijn ze met nog veel meer. Dat willen we graag voorkomen.” Her en der is het aantal molshopen zo groot, dan grote delen van de grasmat gesloopt worden. ,,Daar zullen we opnieuw moeten inzaaien.”
Veel molshopen verlagen de kwaliteit van het kuilgras en dus van de melk. - Agnes Corbeij
Een ander gevolg van de molshopen is een oneffen grasmat. De koeien van Reynold lopen een groot deel van het jaar buiten. Als een koe of een paard in een kuil trapt, kan dat fatale gevolgen hebben voor het dier.
GANZEN Om zijn rondje door het weiland komt Reynold meer dieren tegen, zoals de gans. Een hele vlucht ganzen geniet van het gras en ook zij brengen schade aan. ,,Door mijn rondje te lopen jaag ik hen ook meteen weg.” Toch geniet Reynold vooral van de diversiteit in soorten dieren. ,,Er zijn veel roofdieren, waaronder vogels. Die zorgen ervoor dat dieren laag in de voedselketen zich niet kunnen ontwikkelen.
Er wordt heel makkelijk over onze grond gesproken, zonder ons erbij te betrekken. Daar stoor ik me aan.
Reynold maakt zich zorgen over de biodiversiteit, maar het is in de praktijk soms lastig om een bijdrage te leveren. ,,De subsidie voor een deel van de investering voor zonnepanelen is toegekend, maar ik kan de stroom niet kwijt op het bestaande elektriciteitsnet.” Ook voor trekvogels zou Reynold graag meer betekenen. ,,Ik zou ook graag helpen om trekvogels een plek te bieden, maar daarvoor zitten we te dicht bij het bos.”
HOGE DRUK De druk op dit gebied is, net als op vele plekken in onze regio, groot. Het buitengebied van Zeist en Bunnik is flink in beeld voor natuurontwikkeling en de opwek van duurzame energie. ,,Er wordt heel makkelijk over onze grond gesproken, zonder ons erbij te betrekken. De boer moet in alle gevallen iets leveren, maar ondertussen wordt er gedaan alsof er geen eigendomsrechten bestaan. Daar stoor ik mij aan.”
