Arnold Bouwman, geboren in 1938. Zijn ouders kwamen om in de oorlog.
Arnold Bouwman, geboren in 1938. Zijn ouders kwamen om in de oorlog. Foto: Mel Boas

Holocaust Herdenking: het verhaal van Arnold Bouwman

3 februari 2022 om 13:51 Overig

Van generatie op generatie geven we geschiedenis aan elkaar door. Het boek ‘Dan komen en angst en wanhoop aangeslopen’ van Heleen bij ’t Vuur en Gerrit van der Vorst beschrijft de mensen en plekken waar in de oorlogsjaren waarschijnlijk tussen de 350 en 500 Joden ondergedoken hebben gezeten in Zeist. Deze verhalen brengen de gruwelijkheden tijdens de Holocaust pijnlijk in herinnering. Tegelijkertijd zijn ze van groot belang om de geschiedenis in Zeist levend te houden, ook voor volgende generaties.

door Nicole Groenendal 

Zeist - Zondag 30 januari werd er stilgestaan bij de slachtoffers van de Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bij het monument in het Walkartpak werden kransen gelegd. Naast locoburgemeester Sander Jansen sprak ook Michaëla namens de Zeister Jongerenraad. De 92-jarige Arnold Bouwman vertelde zijn indrukwekkende persoonlijke verhaal over hoe zijn ouders werden weggevoerd door de nazi’s. En over behulpzame Zeistenaren die Joden onderduikmogelijkheden boden. En dat zelf met de dood hebben moeten bekopen. Lees hier het verhaal van Arnold Bouwman.

,,Het Joods monument met de namen van 102 Holocaustslachtoffers werd op 4 april 2004 in het Walkartpark onthuld. Ik was met mijn pleegvader Ies Zwaaf bij deze plechtigheid aanwezig.
Mijn pleegvader heeft zich in 1939 met zijn vrouw Stella Keizer in Zeist gevestigd. Teruggekomen van de mobilisatie werd hij al spoedig in april en mei 1942 geconfronteerd met de eerste anti-Joodse maatregelen. Joden waren in Zeist niet meer gewenst. Dat kon men lezen op de borden die bij de toegangswegen werden geplaatst. Er kwamen borden in openbare parken en op openbare gebouwen met de tekst ‘Voor Joden verboden’. Joden werden verplicht een Jodenster te dragen en in augustus 1942 kwamen de oproepen om zich te melden voor evacuatie. Vrij snel daarna zijn Ies en Stella in Amersfoort ondergedoken. Op 1 september 1942 constateerde de politie dat hun huis aan de Jan Meerdinklaan 16 was verlaten en leegstond. Diezelfde middag nog werd het pakhuis van Ies aan de Weeshuislaan verzegeld.

Mijn pleegouders hebben de oorlog overleefd. Zij kregen direct na de oorlog van de gemeenteambtenaar en verzetsman Cor van Rijkom een huis toegewezen in de Kersbergenlaan. De ouders van Ies, zijn zus en haar dochtertje, de ouders en de zus van Stella en vele andere familieleden waren in de concentratiekampen vermoord. Het verdriet was groot, maar zij wisten op bewonderenswaardige manier het leven weer op te pakken, met mij als hun pleegzoon in huis.
Ik ben als 4-jarig jongetje begin 1943 in huis gekomen bij het gezin Stroomenbergh in Driebergen. Ik heb daar - gescheiden van mijn ouders - tot het einde van de oorlog ondergedoken gezeten. Jan Stroomenbergh was koster van de Gereformeerde kerk aan de Engweg in Driebergen en een van de oprichters van de Driebergse afdeling voor hulp aan onderduikers. Het hele gezin was actief in het verzet. Als er onraad was, ging ik met dochter Suus naar de top van de kerktoren, of achter op de fiets tijdelijk naar een ander adres. De zoon Jan Stroomenbergh maakte deel uit van de groep die in januari 1945 op spectaculaire wijze tien Joden uit het politiebureau in Zeist heeft bevrijd.

Mijn ouders zijn in Auschwitz vermoord

Voor de oorlog woonde ik met mijn ouders in Hilversum. We moesten begin 1942 ons huis verlaten. Mijn ouders zijn ondergedoken op de Jan Meerdinklaan 20 in Zeist. Omdat hun adres verraden was moesten zij daar weg. Op de dag dat zij klaar stonden om door de illegaliteit naar een ander adres gebracht te worden heb ik met mijn onderduikzus nog een bezoek aan hen kunnen brengen. Toen wij net vertrokken waren en nauwelijks uit het zicht, reed een overvalwagen de straat in. De beruchte SS’er Van Joolen heeft mijn familie mee naar Utrecht genomen. Mijn ouders en de ouders van mijn latere pleegmoeder, die samen ondergedoken zaten, zijn in Auschwitz vermoord.

Op het monument komen veel namen van Duitse Joden voor. Zij zijn voor de oorlog naar Nederland gevlucht en dachten daar veilig te zijn. Dat bleek een illusie. Immers, de Duitsers hebben ons land bezet en hadden als belangrijk doel Nederland ‘Judenfrei’ te maken. De eerste twee namen op het monument betreffen de broertjes Martijn en Raphael Altmann, respectievelijk 3 en 6 jaar oud. Zij zijn na verraad weggevoerd uit het kindertehuis Zonneschijn. In totaal zijn ongeveer twintig onderduikkinderen in Zeist slachtoffer geworden van verraad. Het merendeel van hen is niet terug gekomen.
Er hebben naar schatting 600 tot 700 Joden en 1000 niet-Joden in Zeist ondergedoken gezeten. In het boek ‘Joodse onderduikers in Zeist’ zijn de verhalen van meer dan 350 van deze onderduikers opgenomen.

De totale ‘Endlösung’ die de Duitsers voor ogen hadden is niet bereikt. Dit is vooral te danken aan de moed van Nederlanders die hun leven riskeerden door Joodse onderduikers in huis te nemen. Men mag ook zeker de oprichting van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers in 1942 (LO) niet vergeten. De eerste twee onderafdelingen werden opgericht in Driebergen en Zeist. De LO heeft samen met de Landelijke Knokploegen (LKP) gezorgd voor onderduikadressen, persoonsbewijzen, voedselbonnen en geld.
Zeist en Driebergen waren haarden van het verzet. In Zeist hebben Jan Schep, ambtenaar van de Burgerlijke Stand en Catharinus Stomp zich buitengewoon verdienstelijk gemaakt. Jan Schep zorgde met zijn medewerkers voor valse identiteitspapieren, waardoor honderden mensen zijn gered. Catharinus Stomp, telg uit de familie van de woninginrichting op de Voorheuvel, speelde een belangrijke rol bij de hulp aan onderduikers. Ziet alleen in Zeist, maar ook daarbuiten. Zowel Jan Schep als Catharinus Stomp hebben hun moed met hun leven moeten bekopen.

Ongeveer 33 procent van de onderduikers in Zeist is verraden, gearresteerd en vermoord. De namen van de meesten van hen zijn te vinden op het monument in het Walkartpark.”

Tekst bij het Joods Monument in het Walkartpark.
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie