De kerk kon op 10 januari 1932 aan de Pauw van Wieldrechtlaan 29A in gebruik worden genomen.
De kerk kon op 10 januari 1932 aan de Pauw van Wieldrechtlaan 29A in gebruik worden genomen. Jan Laterveer

Negentig jaar een Doopsgezinde kerk in Zeist

18 maart 2022 om 08:00 Overig

ZEIST In de eerste maanden van dit jaar gedenkt de Doopsgezinde Gemeente Zeist het feit dat hun kerk negentig jaar geleden, op 10 januari 1932, in gebruik is genomen.

Jan Laterveer

De doopsgezinden in Zeist en directe omgeving kerkten tot dan toe in Utrecht, waar zich aan de Oude Gracht de doopsgezinde kerk bevond en zich nog steeds bevindt. Deze Utrechtse gemeente telde ook sinds 10 juni 1929 een zogenoemde kring Zeist voor leden uit die plaats en de directe omgeving daar.

Er waren echter in en rond Zeist in het begin van de dertiger jaren zo veel doopsgezinden dat men het zinvol achtte deze kring in een eigen plaatselijke gemeente om te vormen. Hiertoe werd in een algemene ledenvergadering van de betrokken leden op 23 maart 1931 het besluit genomen tot stichting van een eigen Doopsgezinde Gemeente Zeist.

Dat dit genoeg ondersteuning genoot, bleek uit het feit dat er voldoende fondsen konden worden gevonden om in een aantrekkelijk gedeelte van Zeist genoeg grond te verwerven om daarop een kerk en een kosterswoning te kunnen bouwen. De kerk kon op 10 januari 1932 aan de Pauw van Wieldrechtlaan 29A in gebruik worden genomen. Opmerkelijk is, dat het mogelijk was om dit alles in de toenmalige crisistijd te realiseren.

Als eerste vaste predikant deed ds C. Nijdam uit Amsterdam op 29 oktober 1933 intrede. Vanaf die datum hebben verschillende predikanten de gemeente gediend. Op dit moment is ds Maaike de Jong de voorganger.

Uiterlijk is de Zeister kerk niet veranderd maar binnen is de gemeente met haar tijd meegegaan. Zo werden de niet zo comfortabele houten stoelen in 1971 vervangen door meer gerieflijke exemplaren. Bezoekers vinden het een leuk en prettig kerkje.

Geheel volgens doopsgezinde traditie is de kerk min of meer uit het zicht gebouwd, een overblijfsel uit de tijd dat dopers werden gedoogd, zolang zij zich maar terughoudend opstelden.

Dat was al een enorme vooruitgang na de periode van felle vervolgingen. In het boek De Martelaarspiegel van Tieleman van Bragt worden de lotgevallen in de zestiende eeuw van zo’n tweeduizend doperse martelaren beschreven.

In de Zeister kerk (het gebouw wordt door doopsgezinden zelf vaak onze vermaning genoemd) is nagenoeg iedere zondagochtend dienst. De diensten hebben een gevarieerd karakter. Op de eerste zondag van de maand is er een ochtendgebed, op de tweede zondag wordt de dienst verzorgd door de eigen predikant, op de derde zondag is er een Ander Uur waarin verschillende liturgievormen en thema’s voorkomen en de overige zondagen kunnen op verschillende wijzen worden ingevuld. De eerste zondag en het Ander Uur worden voorbereid door de werkgroep Vieren.

DOPERSE BEWEGING

De doperse beweging ontstond in 1531 in Zürich, Zwitserland waar onder de prediker Zwingli een hervormingsbeweging was ontstaan, waarbij zich ook het stadsbestuur had aangesloten. Voor een drietal leden van die beweging ging Zwingli echter niet ver genoeg en de volwassendoop was daarbij een belangrijk discussiepunt. Deze drie zijn in feite de grondleggers van het doperdom.

Omdat in die tijd praktisch iedereen als kind was gedoopt, werden de aanhangers van de volwassendoop al snel wederdopers genoemd. Deze term is nu niet meer van toepassing, omdat de kinderdoop nu niet meer vanzelfsprekend is.

Doopsgezinden kennen geen kinderdoop en geen vaste belijdenis. Toetreden tot de gemeente door de doop volgt op een persoonlijke geschreven motivatie als belijdenis. Het is mogelijk om een eerdere doop bij een andere kerkgemeenschap als het ware mee te nemen naar de Doopsgezinde gemeente waarbij men zich wil aansluiten, maar in zo’n geval wordt toch om een geschreven motivering van de nieuwe keuze gevraagd.

MENNONIETEN

Buiten Nederland worden dopers vaak Mennonieten genoemd naar Menno Simons, de rooms-katholieke pastoor van Witmarsum, die in 1536 de katholieke kerk verliet om zich aan te sluiten bij de dopers en daarbij grote invloed verwierf. Vooral buiten Nederland kent men de Nederlandse doopsgezinden als Mennonites.

In een doopsgezinde gemeente zijn er geen meerderen en geen minderen en kent men geen ambtsdragers. De meest academisch opgeleide predikanten zijn mede broeders of zusters. Men gaat uit van respect voor eenieders oprechte overtuiging en ieder lid kan in de dienst voorgaan. Binnen de Nederlandse doopsgezinde geloofsgemeenschap bestaat ook geen gezagsstructuur: elke gemeente is zelfstandig en op basis van deze zelfstandigheid wordt samengewerkt met andere gemeenten. De Algemene Doopsgezinde Sociëteit in Amsterdam coördineert deze samenwerking.

Binnen de Zeister gemeente is er een sterk gevoel van verbondenheid, die wijd open staat voor een ieder die zich daarbij wil aansluiten. ‘Ik voel mij hier zo thuis´ hoorden wij velen zeggen, ook door degenen die nog niet zo lang geleden met de gemeente kennis maakten. Dat wil de Doopsgezinde Gemeente Zeist graag zo houden.

Een kerkje zonder toren, Je ziet het bijna niet
Maar wie er bij wil horen, Die noemt zich Mennoniet
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie