Jan B. Bouwstra
Jan B. Bouwstra

Een fabel: Tralies

8 maart 2024 om 07:45 Dieren Fabels van Jan B. Bouwstra

“Wat vind jij zelf,’ zei de mier tegen de schildpad, ‘wat vind jij zelf van jouw schild?’

De mier was aan komen rennen terwijl de schildpad nog een hap gras stond te eten, en de mier legde uit ‘Want de uil zei dat een schild super onhandig is bij het vliegen.’

De mier tikte tegen het schild om te horen of het hol was, klom er bovenop en liep er overheen om zich er aan de andere kant weer af te laten vallen en zei: ‘Doe dat schild toch weg en ga in een mierenhoop wonen, zoals iedereen.’ De schildpad slikte zijn graspol door en keek de mier aan: ‘Waarom zou ik?’

De mier antwoordde: ‘Een mierenhoop is waardevast.’

‘Maar wat heb ik aan waardevast?’

‘En je kunt kamers verhuren aan naaktslakken.’

‘Maar mier,’ de schildpad klonk vermoeid, ‘waardevast is niet belangrijk.’

‘Hoezo niet?’

‘En een mierenhoop is niet belangrijk, en een molshoop niet en mijn schild niet. Het is allemaal niet belangrijk. Het is alleen maar decor.’

‘Decor?’ De mier keek naar zijn eigen zwartleren jasje dat glom als een spiegel en toen weer naar het gedeukte schild van de schildpad, en zei: ‘Jouw decor is niet om aan te zien, schildpad.’ De schildpad zakte door zijn voorpoten en zuchtte: ‘Wanneer jij mijn schild niet mooi vindt, dan komt dat door jouw ogen.’

‘Hoezo? Mijn ogen zijn prima.’

‘Jouw ogen zijn de slaven van een onbegrepen leven, mier.’

De mier begon met het poetsen van zijn buik waar hij een vlek zag die weg moest, en vergat de wereld om hem heen. De schildpad keek er hoofdschuddend naar en legde uit: ‘En jouw oordelen over mijn schild, mier, en over mierenhopen, en over waardevast en over alles in het bos, dat zijn tralies die jij om jezelf heen plaatst.’

De mier was nog bezig met poetsen van zijn buik en knikte dat hij het allang goed vond. De schildpad keek er meewarig naar: ‘En jouw gewoontes zijn dat ook, mier, het zijn de gewoontes van een onbegrepen leven.’ De mier was klaar met poetsen, hoorde dat laatste en vroeg: ‘Zijn gewoontes dan soms ook tralies?’

De schildpad knikte en de mier keek om zich heen: ‘Maar ik zie geen tralies.’

‘Het zijn onzichtbare tralies, mier.’

‘Dan zou het kunnen,’ zei de mier opgelucht, ‘maar wat is er dan achter die tralies, schildpad, waar ik niet bij kan komen? Kun jij daar wel bij?’

‘Nee,’ zei de schildpad, ‘ik kan ook niet verder lopen dan ik loop, en denken dan ik denk, en leven dan ik leef, dus voorbij mijn tralies kom ik niet.’

‘Dat schiet niet op schildpad.’ 

De schildpad vond ook dat het niet opschoot. De mier vervolgde: ‘Maar kan er niemand ontsnappen? De uil bijvoorbeeld door er overheen te vliegen, over die tralies heen.’

‘Nee, die ontsnapt zeker niet, die heeft overal een mening over.’

‘Zet overal tralies neer, dus,’ begreep de mier nu en de schildpad knikte. 

Het werd avond en de zon zakte weg achter de bomen en ze keken naar een wereld die tot rust kwam en ging slapen. Ze hoorden de uil in het bos iets roepen en de schildpad zag de eerste sterren aan de hemel flonkeren en zei: ‘Maar mier, over die tralies…’

‘Ja schildpad.’

‘Jij wilde ontsnappen?’

‘Graag.’

‘Dan,’ en de schildpad tilde zijn poot vermoeid op, ‘dan moet je het uiterlijk van de wereld om jou heen ontkennen.’

‘Huh?’

‘Ja, negeren,’ zei de schildpad, ‘pas dan heeft het mysterie toegang tot jouw ziel.’

‘Ga ik doen, schildpad,’ zei de mier, die tegen de schildpad aankroop en zijn ogen sloot, ‘dat ga ik later zeker doen.’ Maar eerst ging hij dromen over honingstengels en pruimenwijn en een nieuw zwartleren jasje dat hij in de uitverkoop had zien hangen. Hij had nog een lange weg te gaan.

Jan B. Bouwstra schrijft elke week een fabel voor de website van De Nieuwsbode, die iets te maken heeft met onderwerpen die op dit moment actueel zijn. Meer fabels lezen? Je vindt ze ons dossier Fabels van Jan B. Bouwstra

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie