
Dohmen draaft door: Uitzicht en vogels
19 september 2023 om 06:55 ColumnAusterlitz is gelukkig nog steeds bereikbaar. Er is hard gewerkt tijdens mijn afwezigheid. We hebben weer een stoep in de straat én, zoals voorspeld, een nieuwe verkeersmaatregel. We staan weer een trede hoger op de escalatieladder van de verkeerscommissie Zeist: een inhaalverbodsbord. Het vertelt ons dat het niet alleen heel suf is om in een onoverzichtelijke bocht in te halen, het is nu zelfs verboden. Ik begrijp steeds beter waarom de Slotlaan nooit afkomt. Het is veel te leuk om met weginrichting en de bijbehorende toeters en bellen te spelen. Al was het maar om de gespreksstof die het oplevert.
Aan gespreksstof had ik vorige week op Texel ook zonder verkeerstoestanden geen gebrek. Ik had de dankbare taak om op een dijk aan het wad mensen enthousiast te maken voor het kijken naar vogels. Tot mijn uitrusting behoorde een bovengemiddeld goede verrekijker en telescoop, een hesje dat mijn nieuwe functie vermeldde én de beste vogelaar uit mijn vriendenkring. Al snel promoveerde ik tot eenoog in het land der blinden. Mijn maatje leerde me kijken en na een tijdje begonnen al die gestippelde strand- en wadlopers ietsje minder op elkaar te lijken dan op de eerste dag.
VERHALEN
We verleidden de mensen die nietsvermoedend de dijk opkwamen om zelf ook te kijken. Als teaser hadden we - naast die indrukwekkende telescoop - enorme hoeveelheden lepelaars en zeehonden in de aanbieding, die zelfs de meest verstokte niet-ziener tot verrukking brachten. Op een enkeling na, die stug vasthield aan de overtuiging geen mus van een meeuw te kunnen onderscheiden, gebeurde er steeds iets daar op de dijk bij de Cocksdorp. Het prachtige uitzicht, de close-ups van de elegante lepelaars, de indrukwekkende massa zeehondenlijven en ons eigen enthousiasme over de talrijke krombekstrandlopers, ontlokten ontroerende en grappige persoonlijke ontboezemingen.
Moeilijke tijden, een slopende ziekte, de frustrerende zoektocht naar de kleine stern of een geschikte man, het kwam allemaal voorbij. Wij hoefden alleen maar te luisteren, even samen met iemand over het wad te kijken en de wind door onze ziel te laten waaien. De vogels werden symbolen van vrijheid en hoop. Ik kon de mythe ontkrachten dat alle vogelaars saaie mannen zijn en de code verklappen om iemand met zo’n enorme toeter aan te spreken (bij deze: ‘is er nog iets leuks te zien?’).
Natuurlijk kwam die ene Duitser voorbij, die de smoor in had omdat ik zijn gemompelde dialect niet verstond. Zijn vrouw viel hem bij, vol diepe verontwaardiging dat er op Texel allemaal Nederlanders waren die Nederlands spraken. Maar verder was de wereld vredig en saamhorig. Uitzicht en vogels doen wonderen. Laten we er zuinig op zijn, want waar zouden we zijn zonder vrijheid en hoop?
Carol Dohmen