Tom Karst bij de ingang van DOSC in Den Dolder.
Tom Karst bij de ingang van DOSC in Den Dolder. Stan Bos

Tom Karst (35): gedreven topschutter van DOSC Den Dolder

12 mei 2022 om 12:00 Voetbal

ZEIST Tom Karst rijgt ook bij DOSC uit Den Dolder de doelpunten aaneen. Tweeënhalve week geleden maakte de 35-jarige spits zijn 199ste en 200ste treffer. Ondanks zijn fanatisme is zijn afscheid als voetballer niet ver weg. Nog één jaar en dan is het waarschijnlijk klaar.

Stan Bos

Ongeveer halverwege het gesprek laat Tom Karst de term voor het eerst vallen als hij DOSC omschrijft. ,,Een vriendelijke club”, noemt de spits de sportvereniging uit Den Dolder. ,,Ze staan hier voor iedereen open, ik heb het enorm naar mijn zin.” Toch merkte Karst bij zijn komst dat de derde helft vaak belangrijker was dan de eerste en tweede. ,,Dat is de laatste twee seizoenen veranderd en dat past beter bij me. Ik ben fanatiek binnen de lijnen.”

OMMEZWAAI


De ommezwaai in mentaliteit heeft te maken met de betere prestaties. Karst zag met eigen ogen dat zijn teamgenoten steeds fanatieker werden. ,,De resultaten tellen mee, dat is altijd leuker dan wanneer je onderaan bungelt. We hebben ook een vrij fanatieke supportersgroep. Het terras zit bij thuiswedstrijden bijna altijd vol, er wordt muziek gedraaid bij de opkomst en we hebben een leuk, gezellig team. Best jong ook wel. Ik ben inderdaad de oudste. De eerste die achter mij komt, is zes jaar jonger, maar een kat in een vreemd pakhuis voel ik me niet.”

Je mag best iets van elkaar verwachten

Sterker, tijdens trainingen is Karst - in het dagelijks leven gezinswerker bij een buurteam in Utrecht - soms iets te gedreven, erkent hij. ,,Ook met trainingen wil ik winnen en zoek ik als het moet de grenzen van de spelregels op. Als ploeggenoten dat niet doen, dan zeg ik daar wat van. Later denk ik dan weleens: ben ik niet te fanatiek? Aan de andere kant: toen ik net bij de senioren kwam en er ging iets niet goed, kreeg ik ook op mijn donder. Je mag best iets van elkaar verwachten.”
Karst heeft recht van spreken. Ruim twee weken geleden scoorde hij zijn 199ste en 200ste doelpunt als amateurvoetballer. Een mijlpaal waar de spits niet al te lang bij stilstaat. ,,Het is dat iemand het heeft bijgehouden, anders had ik het niet geweten. Natuurlijk is het leuk, want zoiets valt niet iedereen te beurt, maar ik kan het niet alleen. Kijk, dit overkomt je alleen als aanvaller. Een verdediger hoort niets als hij voor de 200ste keer een bal van de lijn heeft gehaald. Dat is soms jammer, want je doet aan een teamsport. Ik wil anderen niet tekortdoen.”

DOELPUNTENJUBILEUM


DOSC liet het doelpuntenjubileum niet onopgemerkt voorbijgaan. Voor de gelegenheid was er een taart gemaakt waarop het getal 200 stond. Ook kreeg Karst een shirt met zijn naam en 200. De plaatselijke chocolaterie regelde een gouden schoen van chocola.
,,Heel leuk”, noemt Karst het gebaar. ,,DOSC is een warme club met best een fanatieke aanhang voor een derdeklasser, die ons in thuiswedstrijden regelmatig over het dode punt heen helpt. Ik vond het alleen jammer dat mijn vrouw en kinderen er net niet bij waren toen ik de 200ste maakte. Eén van de kinderen lag nog op bed. Ze kwamen de tweede helft wel kijken, maar toen was het al gebeurd.”
Al twaalf jaar woont Tom Karst in het midden van het land. Geboren en opgegroeid in Zwolle en voetballend voor Be Quick’28 in zijn woonplaats ontmoette hij zijn toenmalige vriendin die in De Bilt woonde. Omdat de liefde het won van de ratio om in Zwolle te blijven, verkaste hij naar deze regio om er nooit meer te vertrekken.
,,In het begin moest ik best even aarden. Het is hier stadser, de mensen zijn directer. Mijn vrouw is dat ook, dus dat was een goede manier om eraan te wennen. In het begin had ik wat moeite met die mentaliteit, maar ik ben er redelijk aan gewend.”
Voor de 35-jarige routinier, die ook voor SDV Barneveld, SO Soest, ’t Vliegdorp en FC De Bilt speelde, komt het einde van zijn voetballoopbaan steeds dichterbij. De kans dat hij na de zomer aan zijn laatste seizoen begint, is reëel.

KINDEREN


,,We hebben drie kinderen, van wie er al twee voetballen. Het moet ook allemaal met ‘thuis’ zijn te combineren. Weet je, ik heb geen zin in een seizoen waarin ik twaalf weken geblesseerd langs de kant moet zitten. Ik stop liever fit, dan dat ze me elke week moeten oplappen. Plezier staat voorop en ik moet fit blijven, maar de kans dat ik na volgend seizoen stop, is aanwezig.”

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie