Afbeelding
Ellen Teunissen

Dohmen draaft door: PFAS

19 maart 2024 om 06:26 Column Dohmen draaft door

Gezellig is het niet, op het wereldtoneel. Schertsverkiezingen in Rusland, oorlog in Gaza en Oekraïne, gedoe tussen Japan en Noord-Korea, ik kan wel even doorgaan. Niet gek dat mensen zich machteloos voelen, struisvogelpolitiek bedrijven of gedeprimeerd onder een dekentje op de bank gaan zitten. Maar waarom die korte lontjes in het dagelijkse huis-, tuin- en keukenverkeer? De enige plek die je zelf een beetje in de hand hebt. Waar je aardig kunt doen tegen een ander.

Vorige week ging ik op de fiets naar Zeist. Tijdens mijn ritje vanuit de bossen van Austerlitz voelt het nog altijd alsof ik ‘naar de grote stad ga’. Ik ben een provinciaaltje in hart en nieren en zou het liefst zelfvoorzienend in een eenvoudig hutje in het bos leven. Zolang dat niet zover is, moet een mens af en toe stadse boodschappen doen. Bovendien, rond dat zelfvoorzienende hutje zouden kipjes moeten scharrelen, een moestuin voor de nodige vitaminen zorgen en kraakhelder bronwater de grootste dorst lessen.

Die droom staat op losse schroeven, nu een groot deel van Nederland (en de rest van de wereld) onder een laag PFAS blijkt te liggen. Het zit in de eieren van scharrelkippen, in zeeschuim, in de worteltjes uit de moestuin en in het bloed van omwonenden van fabrieken die PFAS uitbraken.

OMDENKEN

Daar kun je nóg gedeprimeerder van worden, maar misschien moeten we omdenken. In eieren uit de supermarkt kan zomaar fipronil zitten, weet u nog? Insecticide waar ze de kippenstal mee schoonmaken. Dat is ook niet gezond. Groot voordeel van die PFAS-scharreleieren is dat je ze zó in de pan kunt kieperen, met de verse worteltjes erbij. Ze zullen niet aanbakken. En het zou de mensheid ook enorm goeddoen als meer mensen dan alleen Mark Rutte een tefallaag krijgen. Dat ze dingen af zich af laten glijden en niet zo aangebrand reageren.

Tijdens mijn fietstocht door ‘de grote stad’ kreeg ik de volle laag. Ik reed vanuit de Weeshuislaan richting het Emmaplein, en ik zweer u dat ik niet snap aan welke kant van de weg ik moet fietsen. Eerst probeerde ik de rijbaan, maar toen ik daar zowat van de sokken werd gereden, verhuisde ik naar het fietspad aan de andere kant. Dat was kennelijk ook niet de bedoeling. ‘Je mag hier niet fietsen!’, schreeuwde een volwassen vrouw. Dat was feitelijk onjuist, want dan zou zij ook in overtreding zijn. Was ik misschien een spookfietser geworden? De boze man op zijn scooter, helm over de gefronste wenkbrauwen, zwaaiend met zijn vuist, leek die hypothese te ondersteunen.

Zwetend bereikte ik de rotonde, maar niet zonder hoofdschuddend nagekeken te zijn, door allemaal gewone, brave burgermensen met een heel kort lontje. Ik zeg, gooi die smerige schoorstenen maar helemaal open. Iedereen een tefallaag!

Carol Dohmen

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie